Farma ter Verantwoording

De Stichting Farma ter Verantwoording staat voor het eerst tegenover AbbVie in de rechtszaak over de prijsstelling van Humira
D

AMSTERDAM, NEDERLAND: In februari 2023 spande de Stichting Farma ter Verantwoording (FtV) een rechtszaak aan tegen het farmabedrijf AbbVie, omdat AbbVie haar dominante marktpositie heeft misbruikt door excessief hoge prijzen te vragen voor haar succesvolle geneesmiddel Humira, een medicijn tegen reuma en enkele andere ziektes. Daarmee heeft AbbVie volgens de Stichting in strijd met het mededingingsrecht gehandeld en mensenrechten geschonden. AbbVie heeft het Nederlandse gezondheidszorgsysteem naar schatting tot wel €1,2 miljard te veel in rekening gebracht door de buitensporige prijsstelling. Vandaag stond de Stichting voor het eerst tegenover AbbVie in een zitting waarin alleen nog maar de formele verweren van AbbVie werden behandeld. 

AbbVie’s schriftelijke verweer van 15 november 2023 richtte zich op louter procedurele kwesties. AbbVie beweert onder andere dat de zaak van FtV niet-ontvankelijk is, omdat zij niet direct schade heeft ondervonden van het prijsbeleid van AbbVie. AbbVie beweert verder dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is te oordelen over de vordering tegen AbbVie Inc., omdat het hoofdkantoor van AbbVie in de VS is gevestigd. Vandaag herhaalde AbbVie haar argumenten tijdens de mondelinge behandeling voor de rechtbank van Amsterdam. 

De feiten in deze zaak zijn als volgt: AbbVie heeft in de periode 2004-2018 in Nederland €2,3 miljard omgezet, door een gemiddelde prijs van €11.000 per patiënt per jaar te vragen voor Humira. AbbVie maakte een wereldwijde brutowinst van 78% op Humira. Na aftrek van een ruime maar wellicht nog een ‘aanvaardbare’ winst van 25% van de omzet, maakte het 53% van de omzet als overige en, naar het oordeel van FtV, een bovenmatige winst. In Nederland was dit een bedrag van €1,2 miljard. Wereldwijd bedroeg de omzet van AbbVie $208 miljard in de periode 2003-2022; de bovenmatige winst van AbbVie zou dus $110 miljard kunnen bedragen.

Zodra concurrenten in 2018 de Nederlandse markt betraden, verlaagde AbbVie haar prijzen onmiddellijk met meer dan 80%, wat aantoont dat de opgeblazen prijs van Humira niet het gevolg was van kostenoverwegingen, maar van een poging om AbbVie’s monopolie te gebruiken om zoveel mogelijk winst te maken. Verder probeerde AbbVie het octrooisysteem te gebruiken om de levensduur van haar monopolie nog verder te verlengen.

Door dit te doen, heeft AbbVie gronden gecreëerd voor juridische actie langs drie lijnen. Ten eerste heeft AbbVie misbruik gemaakt van haar economische machtspositie. Onder de Nederlandse Mededingingswet en EU-wetgeving mogen bedrijven met een economische machtspositie (b.v. via een octrooi) hun dominantie niet misbruiken voor oneerlijke praktijken. AbbVie’s excessieve prijzen en het mis- danwel gebruiken van het octrooisysteem om haar machtspositie uit te breiden zijn volgens de Stichting in strijd met deze regelgeving.

Ten tweede is AbbVie’s prijsbeleid verantwoordelijk voor het onnodig verdringen van zorg. Het jaarlijks beschikbare budget voor gezondheidszorg is beperkt en gezondheidsautoriteiten stellen onder meer prioriteiten over welke medicijnen beschikbaar kunnen worden gesteld. Wanneer de prijzen van medicijnen hoger liggen dan wat een gezondheidssysteem zich kan veroorloven, moeten gezondheidsautoriteiten zorg rantsoeneren en keuzes maken. Sommige medicijnen zijn duur om te produceren en/of duur om toe te dienen; andere zijn goedkoop om te produceren, maar desondanks kan de fabrikant door misbruik te maken van zijn machtspositie daarvoor een excessieve prijs hanteren. Het is de stelling van de Stichting dat AbbVie zich schuldig maakt aan het laatste.

Ten derde heeft AbbVie mensenrechten geschonden. Farmaceutische bedrijven verkopen geen luxegoederen, maar levensreddende medicijnen. Ze krijgen tijdelijke monopolies op het produceren van deze medicijnen om de kosten van onderzoek en ontwikkeling terug te verdienen, maar in ruil daarvoor hebben ze een zorgplicht om deze monopolierechten niet te misbruiken. De mensenrechtenwetgeving garandeert het recht op leven en op de hoogst haalbare gezondheidsstandaard. De VN Guiding Principles on Business and Human Rights beschrijven de verantwoordelijkheden van bedrijven om mensenrechten te respecteren. Door excessieve prijzen te vragen, schendt AbbVie deze rechten en veronachtzaamt het zijn plicht tot maatschappelijk verantwoord gedrag.

De Rechtbank heeft vanochtend de argumenten van beide partijen gehoord. We verwachten een uitspraak op 26 juni. De advocaten van de Stichting hebben er nog steeds vertrouwen in dat de zaak inhoudelijk zal kunnen worden behandeld. 

Contact voor de pers:

Wilbert Bannenberg, arts (n.p.), voorzitter van de Stichting Farma ter Verantwoording 

Mobiel +31-6-20873123

wilbert@ftv1.nl

Related Articles

Articles by Category